Mioki's Lingerie glossary

No-bra-beha
De door de Amerikaanse ontwerper Rudi Gernreich in 1963 op de markt gebrachte bh van onversterkt nylon die de borsten hun natuurlijke ronding liet behouden en ze niet in een puntige vorm drukte.

Op-art-mode
Op de optical art geïnspireerde mode in de jaren ’60; kenmerkend zijn de geometrische, abstracte patronen, harde kleurcontrasten, vooral zwart/wit de Courèges-look, bedacht door Courèges, een belangrijke ontwerper in de jaren zestig.

Overknee
Een kous die tot over de knie reikt.

Pageslip
Tailleslip met rechte boord om de pijp.

Pailletten
Glanzende kunststof plaatjes die ter decoratie op kledingstukken worden genaaid; los en als kant en klare paillettenstof verkrijgbaar.

Paisley–motief
Stofpatroon dat doet denken aan een half opgerold palmblad zonder stengel.

Panty-panty–broek
Een uit Amerika afkomstige pantykousen met een ingewerkt broekje dat na het verslijten van de kousen kan worden losgemaakt en doorgedragen.

Panty
Op een slip lijkende onderbroek van elastisch weefsel.

Passements
Verzamelnaam voor kwasten, strikken en andere decoraties voor textiel aan kleding; bij Coco Chanel onmisbaar accessoire bij haar pakjes.

Patchwork
Uit diverse stukjes in verschillende kleuren en patronen samengestelde lappen stof; eveneens de naam voor stoffen met zulk opgedrukte dessins, gipsy -look in de jaren ’60. Pepita Weefpatroon met zeer kleine ruitjes met diagonale verbindingslijnen, meestal met een contrastrijk positief -negatief effect in zwart-wit of blauw -wit.

Petticoat
Wijde , stijve of met volants, ruches en dergelijke opgebolde onderrok die onder de wijde, klokkende rokken van de jaren ’50 en vroege jaren ’60 werd gedragen

Pied-de-poule
Twee - of meerkleurig klein patroontje ( van oudsher zwart en wit ) dat is gebaseerd op een ruit; verschilt van de pepita door kleine verlengingen aan de hoeken waarmee de ruiten zijn verbonden.

Pijpbroek
Nauwe broek met smalle, rechte pijpen.

Plak –cups
Meerdere keren te gebruiken, op het lichaamplakkende bh cups voor diepe wijde decolletés zonder bandjes of zijstukken.

Plissée
In de stof ingeperste vouwen die afhankelijk van de breedte en rangschikking kunnen verschillen.

Retro–look
In min of meer sterk gewijzigde vorm opnieuw gebruiken van vroegere moderichtingen.

Rio –slip
Slip met Franse beenuitsnijding waarvan de boord in een V -vorm is gesneden zodat de navel vrij blijft.

Romantische –look
Kledingstijl uit de jaren '60 en '70 met folkloristische elementen, zoals ruches, volants, wijde, lange katoenen jurken en lingerietopjes.

Slinky –look
Het figuur accentuerende, nauwsluitende jurken uit soepel vallende stoffen die begin jaren ’70 modern waren en gebaseerd waren op de stijl van de jaren '30.

Smalle lijn
Potlood lijn

Smok
Kleine, regelmatig samen gerimpelde plooitjes die door siersteken, meestal met elastiek, zijn gebundeld tot geometrische patronen; smokwerk komt veel voor bij folkloristische kleding.

Straps
Elastische bandjes die dienen om de kous aan de heupgordel, het corselet of de jarretel te bevestigen.

Stretch
Van elastisch materiaal gemaakte rekbare weefsels die sinds de Tweede Wereldoorlog door de ontwikkeling van kunstvezels kunnen worden gemaakt.

String –tanga
String: tanga met smal achterstukje dat niet tekent onder broeken en rokken van dunne stof.

Tanga
Kleine bad – of onderbroek die slechts bestaat uit twee driehoekjes stof voor en achter, die in de zij door een touwtje of bandje verbonden zijn.

Tank suit
Sportirf gesneden badpak met een niet te grote hals en hemdachtige bandjes.

Tartan
Schots ruitpatroon; ook de naam voor wollen dekens met Schotse ruiten.

Teddy
Loszittende in de taille geplooid eendelig pakje met een lage beenuitsnijding en smalle bandjes, meestal met kant afgezet, als ondergoed of alternatief voor de body te dragen.

Top
Alle varianten van een kort, T–shirt of hemdachtig bovenstuk voor dames.

Topless –mode
Door de modeontwerper Rudi Gernreich in 1964 gepresenteerde damesmode waarbij de borsten worden vrijgelaten. De topless–mode beïnvloedde de badmode, waarin begin jaren ’70 de bikini zonder bovenstukje, de monokini werd geïntroduceerd.

Torselet
Corsage-achtig ondergoed dat tot aan de heupaanzet reikt.

Transparante –look
Outfit die geheel of deels bestaat uit transparante stoffen en veel huid c.q. ondergoed toont.

Triangle –bh
Vederlichte driehoekige bh zonder versterkingen en versieringen.

Tricotage
Machinaal vervaardigde gebreide goederen, waarbij de draden dooreen gewerkt zijn tot een samenhangend geheel.

Tube –top
Recht kokervormig topje zonder bandjes.

Tutu
Het korte, wijduitstaande tule rokje van ballerina’s; in 1982 in de mode als minirok met volants in verschillende kleuren en eind jaren ’80 ook te zien in de cocktailmode.

Voile
Sluierachtig, licht weefsel

Volant
Meestal geplooid, los vallend beleg of aangezette strook (ruche) aan jurken en rokken.

Wespentaille
Zeer smalle, ingesnoerde taille.

Wet –look
Het er nat uitzien van hoogglanzende materialen.